Wanneer je met pensioen gaat heb je recht op AOW en eventueel daarbovenop nog pensioen dat je hebt opgebouwd. Voor de meeste mensen gebeurt dat laatste via de werkgever, maar je kan ook zelf pensioen opbouwen. Dat geldt met name voor ondernemers.
Het is echter ook mogelijk om als aanvulling hierop nog aan extra pensioenopbouw te doen. Dit kan slim zijn als je verwacht als pensionado meer geld nodig te hebben dan je nu opbouwt, dat heet dan een pensioengat. Maar ook als je nu geld overhoudt dat je voorlopig niet nodig hebt, omdat extra pensioen opbouwen mogelijk een belastingvoordeel met zich meebrengt.
Wanneer extra pensioen opbouwen?
Mocht je twijfelen of je extra pensioen op wil gaan bouwen, dan is het goed om te weten dat dit slechts in bepaalde situaties aan te raden is. Er zitten namelijk zowel voordelen als nadelen aan vast. Die zullen we met je doornemen.
Tijdens je pensioen stop je met werken. Vaak is dit rond je 67e. Dat betekent dat je geen inkomen uit werk meer ontvangt en je dus alternatieve inkomsten moet hebben om rond te komen. Je moet immers nog wel kunnen leven. Het is dus goed om hier al tijdig bij stil te staan.
Je ontvangt zoals elke gerechtigde Nederlander wel een AOW maar die is lang niet altijd toereikend. Ook niet als je hiernaast nog pensioen hebt opgebouwd. Mocht dat het geval zijn dan heet dat een pensioengat of pensioentekort. In dat geval is extra opbouw verstandig. Maar, dat is alleen mogelijk als je nu geld overhoudt, want je moet er dus wel eigen geld instoppen.
Belastingvoordeel aanvullende pensioensopbouw
Tegelijkertijd is het ook zo dat als je inderdaad geld over hebt, het voordelig kan zijn om dit juist opzij te zetten voor je pensioen in een hiervoor bedoeld product omdat dit een flink belastingvoordeel kan opleveren. Dat maakt het een interessante manier van sparen of beleggen.
Zo mag je in je huidige belastingaangiftes mogelijk je inleg voor aanvullende pensioenopbouw aftrekken in Box 1 waardoor je nu al profiteert. Als je lijfrente begint met uitkeren tijdens je pensioen betaal je alsnog wel inkomstenbelasting, maar die is dan normaliter lager. Daarbij is het vermogen dat je opbouwt als pensioenpot eventueel vrijgesteld van vermogensrendementsbelasting in Box 3.
Jaarruimte en reserveringsruimte
Aan bovenstaande voordelen zitten echter wel voorwaarden vast, vandaar ook dat we zeggen dat dit mogelijke voordelen zijn. Of je jouw eigen inleg mag aftrekken ligt aan je jaarruimte en eventuele reserveringsruimte.
De eerste term betekent het maximale bedrag dat je in een kalenderjaar met voordeel mag sparen of beleggen in een lijfrente. Dit hangt af van je huidige inkomen en de opbouw die al wordt gedaan via bijvoorbeeld je werkgever.
Als dit in de afgelopen jaren niet is gebeurd, dan kan je deze nu alsnog inzetten, dat heet dan je reserveringsruimte. Daarmee kan je dus alsnog profiteren van een voordeel dat je anders mis zou zijn gelopen. Daarmee is het voordeel in je eerste jaar mogelijk extra groot, omdat je jouw reserveringsruimte tot wel tien jaar terug kan toepassen.
Sparen of beleggen met banksparen
Belastingvoordeel of niet, mocht je inderdaad zelf extra oudedagsvoorziening willen creëren dan zijn er verschillende opties. Als je hiervoor bij een bank aanklopt, noemen we dat banksparen. Dit betekent overigens niet altijd dat je dit op een spaarrekening zet, want je kan ook kiezen om (deels) met je geld te beleggen. Dat noemen we dan pensioenbeleggen.
In beide gevallen betekent het dat je geld vaststaat tot aan je pensioen, dit is verplicht. Daarna wordt het geld uitgekeerd in periodieke betalingen gedurende een vooraf bepaalde periode. Bijvoorbeeld in tien jaar. Je kan je lijfrentekapitaal ook in één keer volledig laten uitkeren maar dan betaal je wel extra belasting. Je vermogen dat in een bankspaarproduct zit is net als je spaarrekening beschermd door het depositogarantiestelsel tot €100.000,-
Kies je ervoor om te beleggen, dan heb je mogelijk meer rendement, maar dan geldt deze bescherming niet. Wel zijn dergelijke beleggingsrekeningen vaak bij een aparte B.V. ondergebracht om je tegen faillissement te beschermen en is er een apart beleggerscompensatiestelsel. Deze loopt echter niet tot een ton maar slechts €20.000,-
Lijfrenteverzekering
Er gaan nogal wat termen door elkaar wanneer je jezelf inleest op verschillende pensioenproducten. Zo wordt de term lijfrente vaak gebruikt voor verschillende zaken, vaak als verzamelnaam voor alle pensioenpotjes die je zelf opbouwt. Origineel werd met lijfrente vooral het product lijfrenteverzekering bedoelt. Deze sluit je niet af bij een bank maar bij een verzekeraar. Dit is echter een heel ander product dan banksparen, wat ook wel bancaire lijfrente wordt genoemd.
Bij een spaarverzekering zoals een lijfrenteverzekering gelden heel andere voorwaarden. Zo is je geld niet beschermd door het depositogarantiestelsel en zijn er ook bepaalde voorwaarden wat er met het vermogen gebeurt bij overlijden. Het kan zijn dat het geld dat niet overgaat naar een partner maar je dit kwijt bent. Lees je hier dus goed op in.
Nadelen van extra pensioen opbouwen
Er zitten echter niet alleen maar voordelen aan het opbouwen van een extra pot voor tijdens je oude dag. Zo zit er dus een limiet op de belastingvoordelen bij je inleg en kan je niet eindeloos belastingvrij geld blijven storten om hier voordeel uit te halen.
Daarbij staat je geld dus ook vast. Je kan er niet meer bij. Dit is een voorwaarde voor een dergelijk product en de vrijstelling van vermogensbelasting. Die vrijstelling geldt bovendien tot een maximaal bedrag per persoon. Tegelijkertijd is de uitkeerfase geen levenslange aangelegenheid. De uitkeringen lopen niet door tot je overlijden maar alleen gedurende de vooraf afgesproken periode. Leef je dus langer dan kan er alsnog een tekort ontstaan.